Van de houten 
        
dakgoot 
        is, van onder af, alleen de opstaande 
        
plank 
        aan de buitenzijde te zien. 
        Dit is de buitenboeiboord, want een oude term voor 'plank' is 'boord'. 
        De plank aan de zijde van de 
        
dakvoet 
        is ook een boeiboord, 
        deze heeft de voor de hand liggende naam binnenboeiboord. 
        Deze laatste staat meestal schuin en kan deel uitmaken van het 
        
dakbeschot.
        De buitenboeiboord is alleen bij niet in het oog lopende goten onversierd. 
        De houten 
        goot 
        is meestal bekleed met 
        
zink 
        (soms met 
koper 
        of met 
        
lood) 
        en de in de vorm van een 
kraal 
        omgezette bovenzijde daarvan vormt een 
        praktische en tevens sierlijke beëindiging van de boeiboord. 
        Meestal zit er bovendien minstens nog een profiellijstje op de boeiboord, 
        dan spreken we van een 
        
plansiergoot.
        Ook een 
        
plat dak 
        heeft een opstaande rand nodig, ook die heet boeiboord.
        
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 01-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders