De bijbel is het boek dat in de christelijke geloofsrichtingen een zeer belangrijke
rol speelt, vergelijkbaar met de koran bij de moslims. Het bestaat uit het
Oude Testament, dat geheel stoelt op de
joodse
geschriften, en het Nieuwe Testament, waarin de vier
evangeliën
de hoofdrol spelen.
In de
middeleeuwen
speelde dit Boek der Boeken wel een grote rol in de kerk,
maar het was niet de bedoeling dat de gewone gelovigen het gingen
lezen - en vooral niet: het zelf gingen interpreteren.
De kerk bepaalde de uitleg van de verhalen.
In het kerkgebouw werden daarvoor veel afbeeldingen gebruikt,
in
muurschilderingen,
beeldhouwwerken
en
glas-in-loodvensters,
samen wel de 'bijbel der armen' genoemd.
De Hervorming draaide de rollen om: de gelovige leest zelf de bijbel (die daarom door
Luther uit het Latijn in de volkstaal vertaald werd).
De interpretaties leidden nogal eens tot ernstige meningsverschillen, waardoor tal van afsplitsingen ontstonden.
In een protestantse kerk ligt de bijbel op een prominente plaats, meestal op de
preekstoel.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders