Op het
boerenerf
is het bakhuis een vast element van het complex.
Het speelde een wezenlijke rol in het boerenleven: het bakken van
brood
was een belangrijk onderdeel daarvan. Hiervoor was een
oven
nodig, en vanwege het
brandgevaar kon die het best in een apart gebouwtje ondergebracht worden.
Daarom zien we zo vaak naast de
boerderij
een heel klein huisje met een relatief grote
schoorsteen.
Het bakhuisje hoeft niet zo klein te zijn. Het fungeerde vaak ook als
'zomerhuis', als ruimte waar men even binnen kon zijn,
zonder met modder- en mestlaarzen de woning te bevuilen.
In noord-Nederland wordt de term 'stookhok' gebruikt voor het bakhuisje.
In sommige streken hadden een aantal huizen samen een bakhuis.
Het tegengestelde is in warme streken te zien, zoals in
Turkije,
waar het brood gewoon op het erf gebakken wordt.
Tekst: Jean Penders (10-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders