De archeologie is de wetenschap die door het bestuderen van de resultaten van
archeologisch onderzoek (opgravingen) onze kennis wil vermeerderen
over de geschiedenis van de mensheid.
Het is één van de wetenschappen die zich daarmee bezig houden
en daarom werken meestal allerlei disciplines samen bij een grote opgraving.
De historische geografie anlyseert dan vooral de evolutie van het landschap,
de
bouwhistorie
de gebouwde resten. Voor voedselresten en
skeletten zijn weer andere specialismen nodig.
De archeologie is in de begintijd vaak meer schatgraven geweest dan verantwoorde wetenschap.
Toch zijn het juist de tot de verbeelding sprekende gouden vondsten in
burcht van Troje
en het Egyptische Dal der Koningen geweest die de belangstelling voor het vak gewekt hebben.
Dat heeft nu uiteindelijk geleid tot een in de wet vastgelegd beleid dat gericht is op
het zo weinig mogelijk opgraven:
bekend onder de naam
'
het verdrag van Malta'.
Wat blijft zitten voor later kan dan vast
beter verantwoord bestudeerd worden. Helaas gaat desondanks nog veel bodemarchief
'ongelezen' verloren.
De letterlijke vertaling van 'archeologie' als 'oudheidkunde' lijkt aan te sluiten
bij de belangstelling van de 'oude archeologen': de oudheid stond voorop.
In Delfi in Griekenland werd daarom ooit een complete stad ontdaan van alles wat niet
klassiek-Grieks
was. Hele middeleeuwse kloosters werden in brokken en stukken in een ravijn gedumpt.
Wie vandaag de dag in een Nederlandse stad een opgraving bezoekt, zal zien dat nu alles
'van na de Romeinen' met evenveel liefde omgeven wordt.
Tekst: Jean Penders (04-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders