Isolatie
is vanuit milieuoverwegingen een groot goed.
Vanuit de monumentenzorg bestaat daartegen ook geen bezwaar, tenminste wanneer het gebeurt
op een manier die de monumentale waarden niet aantast.
Het gaat dan om een eventuele fysieke aantasting of visuele schade.
Wanneer bijvoorbeeld isolatieglas niet past in de
vensterroeden,
zou het vervangen van de roeden door dikkere een fysieke aantasting zijn.
Visuele schade ontstaat door de reflectie van dubbel glas.
Glas is niet steeds zo
'
transparant'
als gedacht wordt.
Om deze problemen te omzeilen wordt vaak gekozen voor een verwijderbare extra laag.
Men noemt dit een 'voorzetraam', maar juist het - van de buitenkant gezien -
ervóór geplaatste raam geeft een zeer hinderlijke weerspiegeling.
Gelukkig wordt vaak een 'achterzetraam' bedoeld, een aan de binnenzijde geplaatst extra raam.
Dat is de beste oplossing: geen hinderlijk reflectie, geen aantasting van het historische raam.
De woorden
'
raam'
of 'achterzetbeglazing' zijn eigenlijk niet correct: meestal is het geen
glas
(dus geen beglazing) en de doorzichtige plaat is meestal niet in een
raamwerk gevat.
Overigens hadden diverse rijkere huizen in het verleden wel degelijk een isolatie die
voldoet aan de moderne
isolatienormen: aan de binnenkant waren niet alleen
binnenluiken aangebracht maar ook binnenramen.
Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders