Het gat in de muur waarin het
venster
hoort heet de vensteropening.
Het is dus niet hetzelfde als de raamopening: het gat dat een openstaand raam toont.
In de vensteropening is (meestal) een
raamkozijn
geplaatst, met
raam,
roeden
en
glas.
De zijkanten van de vensteropening zijn de
dagkanten,
de onderkant de
afzaat wanneer deze schuin afloopt.
De bovenkant is de problematische kant van de zaak. Het belang van een zelfdragende
ontlastingsconstructie
is goed te zien bij een ruïne. Met een nieuw kozijn kan de gevel dan gemakkelijk gerestaureerd worden.
Maar wanneer de muur op het kozijn rust, stort een deel van het metselwerk in wanneer het kozijn verdwijnt.
De vensteropening kan fraai
omlijst
worden, al dan niet in samenhang met
de
overspanning van de muuropening.
Het venster is dus geplaatst in een
gat in de muur.
Maar eigenlijk gaat het bij de bouw in Nederland meestal andersom: de muur wordt om het gestelde kozijn heen gemetseld.
In de Middeleeuwen had de binnenzijde soms èchte
vensterbanken.
Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders