Met een
hijsrad
kunnen aardige lasten omhoog gebracht worden,
maar voor het serieuzere werk, zoals dat bij de bouw van
kathedralen
aan de orde was, moest heel wat meer kracht ingezet worden.
Dat kon met het tredrad. Het was een soort smalle
trommel waarin een of meer mensen (soms ook een dier) eindeloos liepen.
Door 'omhoog' te lopen tegen de binnenwand van de trommel, werd deze naar beneden geduwd,
het geheel ging ronddraaien. De trommel zat vast aan een as, die ging dus ook ronddraaien.
Een
touw
om de as en het hijsen kon beginnen.
Op de zolders van enkele kerken zijn tredraderen bewaard gebleven, maar het mooiste
voorbeeld is het dubbel uitgevoerde tredrad, dat in de
Koppelpoort van Amersfoort
de zware sluisdeuren van de waterpoort optakelde.
Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders