De iets uitkragende houten bekleding of driehoekige plankenwand van de top van een 
        
puntgevel 
        heet topgevelschot, voorschot of voorschoot. 
        Bij onder meer de Noord-Hollandse 
        
houten huizen en 
        Achterhoekse 
        
boerenburgerhuizen 
        is dit nog vaak aan te treffen.
        Bij stenen huizen is dit schot meestal een loos sierelement, in feite een 
        
beschieting 
        van de achterliggende muur. 
        Vooral de 
chaletstijl 
        maakt graag gebruik van dit element.
        Bij de 
        middeleeuwse houten huizen 
        is het topgevelschot een wezenlijk onderdeel van de voorgevel. 
        Vóór dit schot 
        bevinden zich de 
windveren, 
        die tot een fors uitstekend 
dak 
        kunnen behoren. 
        De ruimte tussen topgevelschot en windveren kan dan afgesloten worden door een 
        
schijnspant.
        
        
        
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders