Een
architectuurhistoricus
op vakantie zal op het
strand
misschien om zich heen
weinig complimenteuze opmerkingen horen, waaruit hij kan afleiden dat het woord 'speklaag'
ook nog een andere betekenis heeft dan hij gewend is. Voor hem zijn speklagen
natuurlijk in de eerste plaats de lagen
natuursteen
die steeds enkele lagen
baksteen
afwisselen. Meestal gaat het om licht gekleurde natuursteen, maar ook speklagen van
tufsteen
komen voor. De speklaag is vooral een sierelement.
In
gotische kerken
die gebouwd zijn ter
vervanging van een
romaanse,
is vaak
tufsteen
hergebruikt. Terwijl baksteen dan inmiddels het dan meest
gangbare bouwmateriaal is, wil men toch liever niet de oude steen weggooien.
Maar het levert geen fraai beeld op wanneer de onderste helft van de
muur in de beschikbare tufsteen opgetrokken wordt en de rest in baksteen.Toepassing in de vorm van speklagen lost dit probleem op.
Later worden speklagen soms
geïmiteerd in baksteen
van afwijkende kleur.
Ook worden wel speklagen gesuggereerd in pleister- of schilderwerk.
In de renaissance wordt het aantal sierbanden in de gevel vaak beperkt tot enkele
dorpelbanden.
Tekst: Jean Penders, 08-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders