Graan
kan op allerlei manieren opgeslagen worden. Het is zwaar werk om steeds weer een
zak op te tillen en leeg te laten lopen, dat kan handiger.
Stort alle graan in een bak die aan de onderkant
een schuifje heeft: zo kun je naar behoefte steeds 'tappen' wat nodig is. Dit
principe is al heel oud voor vloeistoffen, het
wijnvat
heeft al duizenden jaren
onderaan een
kraantje.
Op dezelfde manier kan alles wat wil 'stromen' opgeslagen worden: graan,
zand,
grind,
cement.
De grote vorm van de opslagbak is de silo: een opslagplaats met
één of meer
kokers (rond, want dan kan niks in de hoeken blijven hangen) met steeds
onderaan een schuif.
De
boerderij
is vanouds een kleine fabriek waar van alles gemaakt wordt.
De schaalvergroting van dit bedrijf is het duidelijkst herkenbaar aan de silo's
voor onder meer veevoeder, die steeds meer op het platteland verschijnen en
vaak boven de boerderij uitsteken.
Het spreekt van zelf dat de silo van een
fabriek,
zoals een veevoederfabriek,
vele malen groter is. Omdat de kokers van bovenaf gevuld moeten worden,
zijn transportbanden nodig. Ook al wordt de kokers en dergelijke soms
ingepakt in een hele grote 'doos',
het helpt niet echt. De
skyline
van een dorp kan bepaald worden door
een industriële silo. Dat die uit de verte dan wel eens lijkt op een
kathedraal,
is een schrale troost.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders