In het gebied van de grote
rivieren
is aan het eind van de 20e eeuw
gebleken dat dijkverhoging nogal wat voeten in aarde heeft.
Het landschap wordt er soms ingrijpend door gewijzigd.
Nog ingrijpender zou een dijkverhoging midden in een stad zijn. En toch kan dat.
Sterker nog, ze wisten daar in het verdere verleden al raad mee. Zo kent bijvoorbeeld
Gorinchem de straat
Kortendijk,
waarvan het laatste deel van de straatnaam de oorspronkelijke functie als
Linge
dijk
al verraadt.
Wat deed men bij dreigend hoog water? In
hardstenen
putjes in de
bestrating
werden balken met gleuven geplaatst, waar
schotbalken
in pasten. Dat levert een schutting op, maar dat is niet voldoende.
Een tweede reeks gaten evenwijdig aan de eerste geeft een tweede schutting.
Tussen die twee werd dan aarde gestort, liefst gemengd met mest, en zie: de instantdijk was klaar.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders