Een gat om door te schieten is een schietgat, en aan zo'n
gat
valt heel wat te zien.
Aan de buitenkant van de muur moet het een smalle spleet zijn, ander kan de vijand naar binnen schieten.
Aan de binnenkant loopt het schietgat breed uit
(
embrasure).
Dat geeft de ruimte die nodig is om het wapen te richten.
is aan de buitenkant te zien voor wel type wapen een schietgat gemaakt is.
Een
rond gat
voor een vroeg type
kanon of geweer
is wat anders dan de spleet die voor
pijl
en
boog
uitgespaard werd.
Het type boog zou vooral aan de binnenkant te herkennen moet zijn.
Maar door de snelle ontwikkeling van de wapens zijn de
verdedigingswerken
steeds weer aan de laatste behoeften aangepast en daarmee verdwenen dan vaak ook de
oudere bouwsporen. Heeft het schietgat een fraaie kruisvorm, dan kan dat op een bepaald type
kruisboog
teruggaan,
of op de fantasie van de restauratiearchitect.
Het verschil tussen een eenvoudig schietgat en een
lichtspleet
is niet altijd te zien. De functie is ook niet helemaal anders: een schietgat is ook kijkspleet en op veel
plaatsen dient deze tevens als lichtspleet.
Het bestuderen van de geschiedenis van het gebouw kan dan tot de juiste interpretatie leiden.
Tekst: Jean Penders, 08-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders