Het heeft een heel griezelige naam: het moordgat. Maar zeldzaam duidelijk
gaat het hier echt om 'noodweer'.
Door het moordgat konden de verdedigers van een
belegerde vesting
zich verweren. De
borstwering
van de
weermuur
heeft
kantelen
en de ruimte daartussen heet 'moordgat'. Achter een kanteel kon men dekking zoeken,
door het
schietgat
daarin kon gekeken worden en ook geschoten.
Maar om een
stormladder
omver te duwen, om stenen of kokende olie naar beneden te gooien, was meer armslag nodig.
De moordgaten waren daarvoor effectief,
want de naam zal heus wel aangeven hoe gevaarlijk ze waren voor de aanvallers.
De moordgaten dienden nog een ander doel.
Wanneer tijdelijk een houten
hordijs
over de weergang heen gebouwd werd om een stukje weermuur extra te versterken,
kon men de
werpgang
aan de buitenzijde
van de borstwering alleen bereiken door de moordgaten.
De vloer van de hordijs lag daarom op de hoogte van de onderkant van de moordgaten.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders