Natuurlijk zijn er lichtspleten 
        gemaakt die klein zijn omdat op een bepaalde plek maar weinig licht nodig was, 
        of omdat de constructie geen groter 
        
venster 
        verdroeg. 
        Dat geldt bijvoorbeeld in 
        
traptorens. 
        Maar normaliter werd de smalst mogelijke venstervorm toegepast omdat 
        men op die plek bang was voor het naar binnen dringen van iets anders dan 
        licht en lucht. Door een spleet kan men ook goed naar buiten kijken, want de opening 
        verwijdt zich vaak naar binnen, wat 
        '
embrasure' 
        genoemd wordt. 
        Dan kun je het dus ook een kijkspleet noemen.
        
        Het verschil met een 
        
schietgat 
        is niet steeds te zien. 
        Ook dat is smal aan de buitenkant, maar de binnenzijde kan meer onthullen over de functie. 
        Verschillende soorten wapens vragen steeds weer een nadere vorm. 
        Een bestaande spleet zal vaak ook aan die ontwikkelingen in de 'krijgskunst' aangepast zijn, 
        zodat de oorspronkelijke vorm en functie onherkenbaar geworden kan zijn. 
        Vlak boven het maaiveld is een interpretatie als schietgat niet logisch (tenzij er een gracht langs loopt).