Een kanongat is een
schietgat
voor een
kanon.
In de geschiedenis van de
verdedigingswerken
verandert alles heel snel sind de
opkomst van de
vuurwapens.
Kon een middeleeuws spleetvormig schietgat voor de eerste kleine
kanonnen nog wel gebruikt worden na wat breekwerk, zodat er een ronder gat ontstond,
al snel ging het schietgat er heel anders uitzien.
Voor een pijl en boog (en ook voor een
geweer)
kon het gat zich naar binnen toe breder worden
(
embrasure).
Zo'n wapen is gemakkelijk te verplaatsen om te richten, dus
de spleet kon veilig smal gehouden worden aan de buitenzijde.
Een kanon til je niet zomaar even op, dus het
gat
moest naar buiten wijder worden
(
ébrasement),
met alle gevaarlijke gevolgen van dien.
Naast het grote kanongat was vaak ook nog een
kijkgat aangebracht.
Tekst: Jean Penders, 08-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders