Hoewel
baksteen
in de 19e eeuw nog prima voldeed, werd er toch
geëxperimenteerd met wat
'
kunststeen'
genoemd werd als goedkoper alternatief.
Een voorbeeld hiervan is de kalkzandsteen, waarvoor het octrooi in 1880 verkregen werd.
De eerste Nederlandse fabriek werd in 1898 gebouwd: de Twentse Kalkzandsteenfabriek
te Oldenzaal.
De blokken bestaan uit een mengsel van
zand
en ongebluste
kalk
dat geperst wordt in een liggende stoomketel (autoclaaf). Het krijgt daarbij
de voor
baksteen gebruikelijke afmetingen. Hoewel de duurzaamheid minder is dan die van
de gebakken steen,
was dat in het begin nog niet bij alle
metselaars
bekend.
Daarom is soms een rand van verweerde kalkzandsteen juist op een kwetsbare plaats te vinden.
Doordat de steen niet alleen in de snel vervuilende 'natuurlijke' wit-grijze kleur te krijgen was,
maar ook in roze-rode ('appelbloesem'), paarse ('heideveld'), gele en zwarte varianten,
werd dit materiaal vaak gekozen voor de in die tijd populaire
metselmozaïeken.
De
overgangsarchitectuur
paste vaak
dorpelbanden
toe en die konden gemakkelijk gemaakt worden door het gebruik van
kalkzandsteen in een afwijkende kleur.
Het is verwarrend dat, ten onrechte, sommige
natuursteensoorten
ook als 'kalkzandsteen' worden aangeduid.
Het gaat dan om het grensgebied tussen
zandsteen
en
kalksteen.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders