Wie rijdt er vandaag de dag nou nog op een ezel? Enkele toeristen in verre landen, misschien.
Maar in de late
middeleeuwen
wist iedereen uit ervaring
dat het op een ezel heel wat minder prettig rijden is dan op een
paard.
De ezel heeft namelijk een hinderlijk uitstekende ruggegraat.
De naam
'
ezelsrugboog'
doet de ezel onrecht. Deze boog is
wel spits, maar wanneer het nuttige dier echt zo'n puntige rug zou hebben,
dan zou er nooit iemand op hebben durven rijden.
De ezelsrugboog lijkt op een
spitsboog,
want hij heeft ook een spitse top. De schenkels (zijkanten) zijn echter S-vormig,
waarbij de bovenste delen naar binnen gebogen zijn.
Deze boog lijkt wat op de veel vlakkere
accoladeboog.
Een variant die minder steil is dan de ezelsrugboog, maar steiler dan de accoladeboog, is de
kielboog,
maar meestal wordt er geen verschil
gemaakt tussen de ezelsrug- en de kielboog (of worden ze juist andersom getypeerd).
Niet zelden ook worden beide termen als synomien voor de accoladeboog opgevat.
Uit de omschrijving van de ezelsrugboog blijkt al dat de bouwkundige term 'ezelsrug'
op een heel andere vorm slaat dan de boog met die naam.
De
ezelsrug
is een kepervormige beëindiging van metselwerk; een boog in die kepervorm is een
keperboog.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders