Klik hier voor grote foto (met gegevens)
Duivelskrassen

Wat een romantische term: 'duivelskrassen'! Bij de ingang van diverse oude kerken zijn reeksen evenwijdige gleuven te zien, die duidelijk veroorzaakt zijn door de machteloze klauwen van de duivel, die de kerk niet in kon.
Helaas, er zijn meer fabeltjes dan feiten rond dit verschijnsel bekend. En wat jammer voor de goedgelovigen: ook bij een stadhuis of bank van lening komen deze krassen wel eens voor.
Zeker is dat - zoals zo vaak in de cultuurhistorie - niet één verklaring alles oplost. Bekend is dat al in de oudheid iets dat te maken had met het Heilige een genezende kracht werd toegedicht. In het verlengde daarvan was het schraapsel van de natuursteen van de kerk dus een héél klein beetje een reliek. En daarbij komt dat poeder van natuursteen vroeger voor allerlei doeleinden werd gebruikt, bijvoorbeeld ter vervanging van de nog niet uitgevonden tandpasta.
De simpelste en meest voor de hand liggende verklaring is in veel gevallen: vandalisme uit verveling.
Op een plaats waar je, al dan niet met tegenzin, moet wachten kun je je afreageren door wat te klieren. Dat gaat het makkelijkst door te krassen waar dat toch al gedaan is, en zo worden de gleuven steeds dieper. Het valt op dat duivelskrassen meestal te vinden zijn op plekken waar mensen elkaar ontmoeten.
De duivelskrassen - de naam is te leuk om te laten schieten - zijn géén sporen van het slijpen van messen. De scherpen van een gepunt voorwerk lukt wèl. Ook het bijwerken van je vingernagels gaat overigens prima.
Als variant op de gleuven komen ook 'duivelskuiltjes' voor. Minder vaak zijn duivelskrassen in baksteen te vinden.
Het is opmerkelijk dat duivelskrassen veel rond Bentheim te vinden zijn, niet zelden in combinatie met slijpholten.





Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders