Er zijn veel manieren om
natuurstenen
onderdelen van een
gebouw aan elkaar te bevestigen.
Vanzelfsprekend worden de meeste stenen op elkaar
gemetseld.
Maar voor kwestbare delen die beslist niet mogen verschuiven,
zoals de
trommels
van een
zuil,
biedt de dook een uitkomst.
De dook is een korte metalen staaf die in beide blokken in het hiervoor uitgehakte
dookgat
past.
Voor alle zekerheid wordt het niet vastgemetseld, maar met vloeibaar
lood
verankerd.
Doken waren meestal van
ijzer,
maar als het lood de dook niet luchtdicht afsloot,
kon deze gaan roesten. Daardoor spatte de natuursteen uit elkaar.
Bij restauraties wordt daarom meestal voor
koperen
doken gekozen. Vroeger werden ook wel andere materialen toegepast: hout en zelfs been.
Wanneer een reparatie uitgevoerd moet worden waarbij de natuursteenblokken niet
van elkaar gehaald kunnen worden, biedt een (in het zicht blijvende)
kram
een uitkomst.
De term 'dook' wordt ook gebruikt voor andere onderdelen, die op soortgelijke wijze in steen verankerd worden,
zoals de
dook van de duim van een geheng.
Tekst: Jean Penders, 10-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders