De mens heeft in een ver verleden leren bouwen om beschutting te zoeken.
Het oudste gebouw dat we een
'
huis'
zouden kunnen noemen,
was vermoedelijk tevens al een boerderij.
De mens en zijn
nuttige dieren
sliepen onder één dak.
De boerderij zou je niet alleen als de oudste vorm van het huis kunnen zien,
maar tevens als de eerste
fabriek.
Het gebouw is gericht op het bewerken
en het bewaren van de producten van de
veeteelt
en
landbouw.
De boerderij is, gezien vanuit de
monumentenzorg,
dan ook een van de ingewikkeldste monumenten.
Functioneert het bedrijf nog, dan moet het gebouw steeds weer aangepast worden aan de nieuwe
eisen van de bedrijfsvoering, en dat is steeds zo geweest.
De reeks daarmee samenhangende wijzigingen kan alleen gestopt worden, door het aan zijn
functie te onttrekken. En dan begint de ellende pas goed. Welke woonboerderij
doet nog denken aan het melken van de
koeien
en het dorsen van het
graan?
In de loop der tijden heeft de boerderij niet alleen een geweldige ontwikkeling doorgemaakt van
los hoes
tot modern boerenbedrijf, deze ontwikkeling leidde in
verschillende streken ook nog tot heel diverse verschijningsvormen.
Door de begrijpelijke 'aantastingen', die de gemiddelde boerderij laat zien,
staan de meeste waardevolle voorbeelden niet op de rijk- maar op de verschillende
gemeentelijke monumentenlijsten.
Misschien is dat wel goed.
Deze boerderijen vertellen een verhaal dat essentieel is voor de
geschiedenis van de plaats en de streek.
Het is tevens een deel van de 'geschiedenis van het gewone volk'.
We moeten niet vergeten dat er zonder de boerderijen van het
platteland er geen steden ontstaan zouden zijn, geen handel en ook geen elite.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders