Andreas is gekruisigd aan een
kruis
dat gekanteld is:
het staat als het ware op twee uiteinden van de (allemaal even lange) kruisarmen.
Als versiering komen Andreaskruisen veel voor, bijvoorbeeld onderaan de
schieter
van een
muuranker.
In de bouwkunde wordt de term vooral gebruikt voor twee
balken
die in een constructie verwerkt
zijn op de beschreven wijze. Dat heeft niet te maken met heiligenverering: twee
schoren
die elkaar kruisen maken een
houtconstructie
heel stabiel.
Een
klokkenstoel,
bijvoorbeeld, moet enorme krachten opvangen wanneer de
klokken
beginnen te zwaaien: daar zijn dan ook veel Andreaskruisen in verwerkt.
Ook in
vakwerkbouw
komen Andreaskruisen voor, vaak vrij klein:
ze zijn hier bedoeld als opvulling van een vak en tevens als versiering.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders